INTERVIEW
Over taalpuristen en businessstrategen
Bart Vercoutere
Noor Schellens
Twee leden van de raad van advies van CrossRoads2 Sustainable Energy vertellen over hun rol,
het belang van innovatiesteun en grensoverschrijdende samenwerking
INTERVIEW
Bart Vercoutere
Noor Schellens
Twee leden van de raad van advies van CrossRoads2 Sustainable Energy vertellen over hun rol,
het belang van innovatiesteun en grensoverschrijdende samenwerking
Noor Schellens en Bart Vercoutere zetelden het voorbije jaar in de raad van advies van CrossRoads2 Sustainable Energy. Als kritische juryleden was het hun taak om de projectaanmeldingen te beoordelen op kwaliteit, innovatiegehalte, grensoverschrijdende meerwaarde en impact. We legden ons oor te luister over hun ervaringen en visie op het project.
Noor Schellens runt samen met haar vader en twee broers het installatiebedrijf Schellens BV. Ze werkt met innovatieve klimaatsystemen in de bouw, met een focus op biobased materialen. Daarnaast is ze betrokken bij een stichting die ketens opzet om biomassa van boeren naar de bouwsector te brengen.
Bart Vercoutere heeft een achtergrond in de consultancy en engineeringwereld en is een man met vele petten. Hij verdeelt zijn tijd o.a. tussen Bringme (een virtuele receptionist), Ventures4Growth (een matchmaker voor financiering), Natuurpunt en Claire CO2 (een lokaal CO2-compensatieplatform). Innovatie vormt daarbij een rode draad.
Terwijl Noor Schellens voor het eerst kennismaakte met dit grensoverschrijdende Interreg-project, was het voor Bart Vercoutere niet nieuw. Hij werkte tijdens het project CrossRoads2 (2016-2020) voor i-Cleantech Vlaanderen en zetelde als projectpartner in de raad van bestuur.
Vakspecialisten versus businessstrategen
“Ik was wel vertrouwd met andere Europese subsidieprogramma’s zoals OPZuid, maar CrossRoads was nieuw voor mij,” vertelt Noor. “Ik beschik noch over de wetenschappelijke, noch technische kennis zoals sommige andere experten, maar benader de zaken met een helikopterview. Dat is mijn sterkte. Is het logisch wat ze willen doen? Is er een markt voor? Ik bracht vraagstukken in waar anderen niet bij stilstonden, waardoor ik nu durf te zeggen dat ik meer waarde toegevoegde dan ikzelf voor ogen had. Doordat iedereen vanuit een andere invalshoek naar de projecten keek, ontstonden er fijne, brede discussies.”
Dat beaamt Bart: “De verschillen tussen de experten, gaven interessante inzichten en waren zeer verrijkend. De Vlamingen waren voornamelijk vakspecialisten, terwijl de Nederlandse experten meer de businesskant van het verhaal bekeken. Ik heb al vaak met Nederlanders samengewerkt, maar het blijft toch nog steeds boeiend en verrassend om vast te stellen hoe de maatschappelijke prioriteiten en debatten verschillen tussen de twee grenslanden. Terwijl bijvoorbeeld in Vlaanderen het energiedebat woedt, staat in Nederland duurzaam textiel op de voorpagina’s.”
Taalpuristen
Wat Noor opviel was dat de Vlamingen meer op hun strepen stonden wat taal betreft: “Een van de projectvoorstellen was taalkundig zwak geschreven. Als het idee goed zit en inhoudelijk sterk is, kijk ik daar doorheen. Mijn Vlaamse collega’s konden dat echter niet door de vingers zien. Toen ik vroeger uitwisselingsprojecten deed met een school in Brasschaat merkte ik al dat het Vlaamse onderwijssysteem op taalvlak een hogere standaard legt dan het onze. Vlamingen zijn taalkundig harder gedrild.”
Zo snel en zo veel mogelijk impact op de markt
De verschillende achtergronden van de experten, zorgden ook voor een andere focus bij het beoordelen van de projecten. Zo hechtte Bart belang aan projecten die systeeminnovaties teweeg brengen en snel inzetbaar zijn in de markt, en lette Noor erop of er effectief wel een markt voor was.
“Ik ben een systeemuitdager,” zegt Bart. “Als ik moet kiezen tussen twee projecten, kies ik voor datgene dat iets meer naar de markt gaat en de markt wil veranderen. Dat is aantrekkelijker dan puur technologische uitvindingen. We moeten de klimaattransitie namelijk echt versnellen en dus steunen we het beste innovatieprojecten die meteen actie nemen en zo snel – en zo veel – mogelijk CO2 reduceren in de plaats van een technologie die misschien over tien jaar iets oplevert. Daar hebben we geen tijd voor.”
Balans tussen technologie en markt
Daarnaast gelooft Bart sterk in ‘shared assets’: “Het projectvoorstel van de deelfietstrailer vond ik geweldig. Als ik in Leuven rondloop en zie hoeveel bakfietsen daar soms staan, vraag ik me af of die werkelijk allemaal nodig waren. Op momenten dat het wel echt van pas komt, kan je er gewoon een huren. Om snelheid te maken is de deeleconomie cruciaal.”
Noor was daarentegen niet helemaal overtuigd van dit project. “Het vraagt toch een inspanning om eerst de fietskar ergens op te halen om vervolgens de kinderen naar school te brengen,” aldus Noor. “Sommige projecten waren technisch heel sterk, maar als niemand je product of dienst gebruikt, is de totale CO2-besparing uiteindelijk beperkt. Het ontbrak vaak aan marktonderzoek. Je moet eerst een stap terugzetten en kijken of je werkelijk aan een behoefte beantwoordt. Want pas dan kan je impact realiseren. Bij het toekennen van subsidies mogen we daar nog meer aandacht voor hebben.”
“Technologen doen inderdaad soms geweldige uitvindingen, waar dan geen markt voor is”, vult Bart aan. “Stefaan De Wildeman, van B4Plastics, is een voorbeeld van hoe het wel moet. Hij vertrekt vanuit de redenering dat er oneindig veel toepassingen zijn voor biobased. Daarom zoekt hij eerst waar er een markt voor is, en daar gaat hij dan het ideale – biogebaseerde – product voor maken. Zo doen de sterke ondernemers dat.”
Voordeel van de twijfel
“Omdat CrossRoads2 Sustainable Energy eerder kleine projecten steunde, konden we iemand sneller het voordeel van de twijfel geven. Zo was er een project waarbij er twijfels waren over de technische haalbaarheid. Maar door hen toch deze kans te gunnen, creëren we een opportuniteit voor iets waar heel de wereld op zit te wachten. Door innovatiesteun kunnen er soms uit onverwachte hoek mooie dingen ontstaan,” zegt Noor.
Bart is het daar helemaal mee eens. “Innovatiegeld is net daarvoor bedoeld: om een risico af te dekken dat iemand anders nooit zal afkopen. Er is kapitaal, kennis maar ook een persoonlijk engagement nodig om de transitie te maken. Iedereen weet dat CO2 een probleem is, maar voor veel ondernemers is het jammer genoeg nog een ver-van-hun-bed-show. Zeker wat betreft innovaties die bijdragen aan een duurzame toekomst kan de overheid via subsidies een belangrijke rol spelen.”
“Dat klopt,” zegt Noor. “Ondernemers voelen vaak de noodzaak nog niet. Maar als we niet snel genoeg shiften kan er een CO2 lockdown komen. Ik heb de indruk dat niemand de impact daarvan in de gaten heeft.”
De kracht van grensoverschrijdend samenwerken
Tot slot vertellen Bart en Noor wat volgens hen de meerwaarde is van een grensoverschrijdend project als CrossRoads.
Noor: “Als CrossRoads er niet zou zijn, zoeken ondernemers uitsluitend in hun eigen omgeving naar samenwerkingen en niet over de grens. Terwijl dat net erg nuttig kan zijn, zeker als er ook kennisorganisaties bij betrokken worden. Op het midterm event in Temse hoorde ik voor het eerst over een luchtbehandelingskast met een filter op basis van zeewier. Zulke simpele dingen komen blijkbaar de grens niet over en dat is zonde. We moeten van elkaars kennis en sterktes gebruikmaken. Het is zinvol om elkaar vaker op te zoeken, hoewel we dat dus niet of bijna niet doen zonder een project als CrossRoads.”
“Het klopt dat grensoverschrijdende samenwerking een uitdaging blijft en niet vanzelf gaat”, vult Bart aan. “Het is dan ook belangrijk dat Europa dit blijft stimuleren. Internationale samenwerking kunnen we nooit genoeg aanmoedigen. Het biedt de mogelijkheid om andere markten beter te leren kennen en eerste stappen te zetten richting export, maar ook om technologie of kennis te vinden die bij ons niet voorhanden is. En niet alleen de kmo’s worden er beter van, ook de regio heeft er alle baat bij. Wanneer deze samenwerkingen uiteindelijk leiden tot het opzetten van grotere organisaties, creëer je pas echt maatschappelijke winst met toevoegde waarde en duurzame jobcreatie.”
Raad van advies
De raad van advies is een onafhankelijk orgaan bestaande uit Vlaamse en Nederlandse experten met een academische of ondernemersachtergrond. Deze experten beoordelen het innovatiegehalte van het projectidee, de kwaliteit van het aangeleverde projectplan, de beoogde grensoverschrijdende meerwaarde, de mogelijke economische impact en de competenties van de uitvoerders. Hieruit volgt een ranking van projecten waarbij de hoogst gerangschikte projecten eerst aanspraak maken op subsidie.